De NBWB is opgericht in 1928 om de belangen van de waterschappen in Brabant te behartigen. Destijds bestond de NBWB uit honderden kleine waterschappen. Die kleine waterschappen zijn inmiddels gefuseerd tot de huidige vier Brabantse waterschappen: Aa en Maas, Brabantse Delta, De Dommel en Rivierenland.
Ook voor deze vier grote waterschappen zijn er onderwerpen waarbij samenwerking helpt bij de aanpak en realisatie van de doelen. Omdat deze onderwerpen het eigen stroomgebied overstijgen en op provinciaal niveau spelen. Op deze onderwerpen werken de waterschappen via de NBWB graag samen. De NBWB fungeert zo al ruim 90 jaar als bindmiddel voor de Brabantse waterschappen om hun doelen te realiseren. En samen slimmer en sterker hun rol te pakken door essentiële ‘water’-elementen op de agenda van bijvoorbeeld de provincie te krijgen.
De vier waterschappen stemmen in de NBWB onderling beleid met regionale uitstraling af. Via de NBWB overleggen zij regelmatig met de provincie Noord-Brabant en maatschappelijke partners over:
Met de Noord-Brabantse Waterschapsbond (NBWB) bundelen we als vier Brabantse waterschappen (Aa en Maas, Brabantse Delta, De Dommel en Rivierenland) onze krachten, om samen slimmer en sterker onze opgaven te realiseren. Sinds 1 september 2024 is Erik de Ridder voorzitter van de NBWB.
Afgelopen jaren heeft de NBWB laten zien dat het loont om een gezamenlijke Brabantse stem te laten horen richting provincie en Den Haag. Het rapport ‘Zonder water geen later’ van Adviescommissie Droogte is tot stand gekomen, omdat we als Brabantse waterschappen hebben aangedrongen op de formatie van de betreffende commissie. Ook hebben we gezamenlijk een pleidooi bij de deltacommissaris ingediend. Hiermee hebben we aandacht gevraagd voor meer ruimte voor de zijrivieren van de Maas, om beter opgewassen te zijn tegen extreem weer. En met het essay ‘Scherper aan de Wind’, dat de Universiteit van Utrecht in onze opdracht maakte, lieten we een krachtige boodschap richting Den Haag horen:
“er is meer samenwerking nodig om de KRW-normen te halen, alle overheden en instanties zijn nu aan zet”.
De vier Brabantse waterschappen hebben allemaal een werkgebied met specifieke eigenschappen en uitdagingen. Maar we hebben ook gezamenlijke uitdagingen, waarbij we de provincie of de minister nodig hebben. Daarvoor werd in 1928 de NBWB opgericht. Het belang van regionaal samenwerken neemt alleen maar toe, want de opgaves voor waterschappen worden de komende jaren nog complexer en urgenter.
Klimaatverandering vraagt om een ingrijpende verandering van de manier waarop we onze omgeving inrichten. En het verbeteren van waterkwaliteit bijv. kan alleen als iedereen zijn verantwoordelijkheid oppakt. In Brabant, maar ook in de omliggende landen. Goede samenwerking is hiermee belangrijker dan ooit.
De NBWB neemt geen gezamenlijke besluiten en maakt geen gezamenlijk beleid. Dat ligt bij de individuele waterschappen. Wel kijken we waar we elkaar kunnen versterken door samen op te trekken. Als NBWB voorzitter wil ik komende jaren die verbindende rol nadrukkelijk oppakken en uitbouwen.En zo de gezamenlijke stem van de Brabantse Waterschappen laten horen op provinciaal, landelijk en internationaal gebied.
We nodigen partners uit om samen met de NBWB de ingewikkelde wateropgaves op te pakken. Om zo te werken aan een duurzaam watersysteem dat klaar is voor de toekomst. Een systeem dat goed is voor inwoners, bedrijven, landbouw en natuur.
Voorzitter van de Noord-Brabantse Waterschapsbond